Saïda Maggé: ‘Het journaal is een nieuwe wereld voor me’

De afgelopen jaren zit de carrière van journalist Saïda Maggé (33) in een stroomversnelling. Ze werkte nog maar net bij Nieuwsuur of ze ging het Journaal presenteren. Een nadere kennismaking.

Er ging geen ultieme meisjesdroom in vervulling: ik ben beroemd?

“Nou, nee. Mijn oorspronkelijke droom was danseres worden. Ik danste van jongs af aan bijna elke dag; jazzballet, klassiek, modern. Ik wilde naar de Dansacademie, maar kreeg op mijn veertiende last van mijn knie. Eerst dacht ik: het heeft met de groei te maken, maar de fysiotherapeut zei: ‘Je moet afbouwen, je zult nooit meer een hoog niveau halen.’ Dat was een enorme klap. Dansen was mijn passie. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Toen dat niet meer kon, was mijn motivatie weg.”

De NOS werd het mikpunt van corona-actievoerders. Hoe ervaar jij dat?

“Ik vind het verdrietig dat sommige mensen denken dat wij moedwillig verkeerde informatie verstrekken. Mijn collega’s die verslag doen van manifestaties worden op de snelweg in hun busje met het NOS-logo afgesneden of geïntimideerd. Veel van hen zijn wel wat gewend, maar ze zijn nu soms echt bang. Dat vind ik kwalijk. Gelukkig kregen we ook hartverwarmende steunbetuigingen van kijkers, tot enorme bossen bloemen aan toe. Ik maak me wel zorgen over de maatschappij: hoe gaan we hier uitkomen?”

Je dromen wat betreft werk zijn uitgekomen, waar ga je nu nog voor?

“Vorig jaar sprak ik Clairy Polak, een van mijn grote voorbeelden. Ze zei: ‘Heb geen haast. Word ouder en wijzer als mens, bouw dossierkennis op. Daar word je een betere journalist van.’ Dus dat ben ik nu aan het doen. Ik zit pas een jaar bij het Journaal, het is een heel nieuwe wereld voor me. Ik wil dit voorlopig blijven doen.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 6. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bram de Graaf