Terwijl de wereld wankelt, is klein geluk vaak dichterbij dan gedacht. Deze zomer staan we stil bij die kleine momentjes van verrukking en plezier. Deel 4: Wat maakt Martine van Os gelukkig?
“De gelukkigste? Dat weet ik niet hoor. Ik word ook heel blij van Kerst en Oud en Nieuw, als de kinderen op Kerstavond komen logeren en ik omringd ben door mensen die me lief zijn. Het fijne van de zomer is dat je in een soort vacuüm zit. Tot in mei doe ik Tijd voor Max, vervolgens ben ik ruim een maand op reis voor We zijn er bijna! Daarna hoef ik totdat Tijd voor Max in september weer begint een tijdje helemaal niets. Behalve dan naar de markt gaan voor boodschappen, eten met vrienden en de kinderen, en misschien nog op vakantie met mijn man. Dat besluiten we meestal op het laatste moment. We hebben het voorrecht dat we een hartstikke fijne tuin hebben. Ik vind het heerlijk om daar tijd voor te hebben, er een beetje in te rommelen en verder met niets anders bezig te zijn. Het bijzondere is dat de zomer me altijd heel erg doet terugdenken aan vroeger, daar mijmer ik geregeld over.”
“De zomer zit vol geuren van bloemen en bloesem. Je hebt van die kleine witte bloemetjes die heel zoetig ruiken. Als ik die ruik, ben ik weer terug in mijn jeugd. Dat ik van huis naar school liep en exact diezelfde geur rook. Een heel gelukkig gevoel. Geuren kunnen je stemming bepalen en je opeens terugbrengen in de tijd. Met hooi heb ik dat ook, dan ben ik terug in de hooiberg waarin ik vroeger speelde. Totaal onverwacht is opeens dat fijne gevoel er. Ik had een gelukkige jeugd, dat doet een hoop.”
“Voor mij wel. In cantharellen plukken met mijn moeder, die bewaren in de vouw van mijn bloesje om ze vervolgens samen op te bakken en op te eten op een boterham. Tegenwoordig is het verboden om ze te plukken; als ik ze nu koop en ze in mijn eigen keuken weer in mijn handen heb, dan overvalt dat geluksgevoel me zomaar. Of de vakanties vroeger met de kinderen, die lekkere kleine lijfjes in zwembroekjes. Wát een geluk. Toen ze klein waren, kampeerden we veel, later huurden we huisjes. Vaak aan zee – ik hou ontzettend van zon, zee en strand. Volgens mij hebben ze daar zelf ook heel erg van genoten. Ze zijn nu 37 en 35, maar vinden het gelukkig nog steeds heel erg leuk om een paar dagen met ons op pad te gaan.”
Tekst: Deborah Ligtenberg