Carolien Borgers laat zich in ‘Opium op Oerol’ verrassen door de soms abstracte voorstellingen op het Terschellingse theaterfestival. ‘Ik vertel op televisie wat ik daarbij voel.’
“De toegankelijke. We maken elke zaterdag een mix met bekende en minder bekende muziek in een café met bier en bitterballen. Het grappige is dat op zo’n plek ontoegankelijke dingen toegankelijk worden.”
“Dat zou ik niet zeggen, maar ook daar moet je de bereidheid hebben om verrast te worden. Als je meteen denkt: dit is stom, ik snap het niet, gaat het niet werken. Ik zat een keer bij een voorstelling: Artificial by nature van Annelinde Bruijs en Yannick Noomen, over twee AI-robots. Die maakten met hun voeten figuren in het zand. Heel abstract en het duurde ook nog anderhalf uur. Maar die tekeningen en de ritmische teksten werkten meditatief en ik vond het prachtig.”
“Vooral mijn ervaring delen. Via mij zijn de kijkers als het ware bij de voorstellingen, elke dag een. Theater kun je heel erg analyseren en in perspectief plaatsen. Dat doe ik ook graag, maar dat is nu niet mijn rol. Ik onderga het en vertel wat ik erbij voel.”
Tekst: Maarten van der Meer