Noraly Beyer: ‘Ik ben een echt tropenmens’

Noraly Beyer is kind van Surinaamse ouders en werd groot op Curaçao. Het maakte van haar een tropenmens. ‘Strand en zee waren overal dichtbij.’

Wat merkte u van de Surinaamse roots van uw familie op Curaçao?

“Mijn ouders gingen met name om met Surinamers. Mensen die ze nog kenden uit Suriname of die ze leerden kennen op Curaçao. Suriname was gewoon altijd aanwezig. In de mensen om mij heen, maar er was ook heel frequent briefverkeer vanuit en naar Suriname. Officieel was ik een Antilliaan, maar met Suriname in mijn lijf. Al was ik daar helemaal niet mee bezig.”

Hoe was uw kindertijd?

“Heel onbezorgd en fijn, ik heb er alleen maar goede herinneringen aan. Door het tropische klimaat speelden wij altijd buiten. Mijn vader nam ons vaak mee naar de film en er was een Surinaamse club. Elke week was daar een bijeenkomst voor de Surinamers op het eiland. De grote mensen hadden elkaar en wij als kinderen speelden samen. Een hechte gemeenschap die veilig en vertrouwd voelde. Er was altijd eten en drinken en er werden kinderfilms gedraaid. Er was ook een speeltuin en een groot erf waar je kon rennen en spelen.”

En hoe zagen de zomervakanties eruit?

“Hetzelfde als in de weekenden of na schooltijd; buitenspelen, naar het strand, bezoekjes aan familie, vrienden en de Surinaamse club. Daarnaast was er ook nog ‘Asiento’, een club van Shell voor de vrijetijdsbesteding van het personeel en hun gezinnen natuurlijk. Er was een groot zwembad waarin ik leerde zwemmen. Op zondag nam mijn vader ons vaak mee en gingen we ‘wandelen met de auto’: een stukje rijden, een ijsje eten, wat rennen en spelen en weer naar huis. Thuis was het ook fijn, we hadden een groot erf met kippen en konijnen. Eerlijk gezegd was er niet zo’n groot verschil tussen wat we in de vakanties deden en na schooltijd. Het was een heerlijk leven. Eigenlijk hadden we – buiten school en huiswerk – het hele jaar door vakantie. Het is op Curaçao natuurlijk ook altijd zomer.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 25. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx