Debby Petter: ‘Er werd niet over de oorlog gesproken’

De moeder van Debby Petter zat als Joods meisje ondergedoken tijdens de oorlog. Wat dat voor Debby zelf en haar kinderen betekende, vertelt ze in de reeks 'Laat oorlog geen generaties duren'.

Hoe zag jouw jeugd eruit?

“Ik was de oudste. Mijn vader was autoritair en vrij bepalend in ons gezin. Hij had zijn praktijk aan huis, alles was daarop afgestemd. Mijn moeder was volgzaam. Ze was vaak moe, had veel last van migraine. Maar ze is altijd heel lief en bezorgd geweest; overbezorgd, dat wel. Ze heeft eens gezegd: ‘Toen jij kwam had ik eindelijk iets van mezelf.’ Wij kinderen waren haar redding.”

Hoe kwam je achter haar verleden?

“Dat ging geleidelijk. De moeder van een klasgenootje zei eens tegen mij: ‘Jij bent Joods, hè?’ Ik vroeg thuis: ‘Wat is dat?’ ‘Dat vertel ik nog wel, het is niet belangrijk’, antwoordde mama. Ik voelde dat er iets was. Later vond ik haar poëziealbum. Ik las namen van mensen die ik niet kende. Een vader, een broer Daniël, een broer Julius. Ze bleek familie te hebben gehad. ‘Waar zijn ze dan?’ vroeg ik. ‘Oh, die zijn nooit teruggekomen uit de oorlog.’ Omdat ik haar niet verdrietig wilde zien, vroeg ik niet door. Pas rond 1990 kwam er een kistje boven water waarin foto’s en briefkaarten van haar familie zaten. Ik heb het in mijn eentje ’s avonds – de kinderen lagen op bed, Youp was optreden – bekeken. Verschrikkelijk. Eindelijk begreep ik het. Ik vroeg me af: hoe kun je leven met dat geheim en dat verdriet? Dat doe je dus door het volledig te blokken, zoals zij. Ze had zichzelf een opdracht gegeven.”

En die opdracht was: zwijgen, zodat jullie nooit last zouden hebben van dat verhaal. Is dat gelukt?

“In eerste instantie wel. Er waren verklaringen voor dat ze moe en vlak was. En dat ze zelden lachte. Alleen als Toon Hermans of Wim Sonneveld op televisie waren, schaterde ze het uit. Dat vond ik heel fijn. Maar toen ik ouder was, raakte ik geïrriteerd door dat zwijgen en dat er nooit ruzie werd gemaakt. Mama maakte alles mooier dan het was, lachte dingen weg. En dan dat overbezorgd zijn. Ik ging me verzetten tegen die benauwdheid.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 17. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bram de Graaf