Camilla Dreef: ‘Ik put hoop uit de natuur’

Haar lievelingsvogel is de lepelaar, gevolgd door de felle kluut. In BinnensteBuiten kan ecoloog en vogelaar Camilla Dreef haar passie voor vogels kwijt. En haar zorg om hun toekomst. ‘We schuiven het probleem al decennialang voor ons uit.’

Hoe zien je werkdagen eruit?

“Ik werk als zelfstandig ecoloog en 90 procent van mijn werk bestaat uit onderzoek voor diverse opdrachtgevers. Veel veldwerk, vaak achter de computer. Het is heel leuk om dat te combineren met het delen van verhalen. Daarom vind ik BinnensteBuiten een heerlijk programma om te maken: je krijgt de tijd, het hoeft allemaal niet zo snel. En ik ben helemaal vrij, mag zelf kiezen welke gebieden en vogels ik wil behandelen. Het is wel een uitdaging om het hele onderwerp in één dag te draaien, want je hebt natuurlijk nooit de garantie dat de vogel zich laat vinden. Binnenkort is er ook weer een BinnensteBuiten Festival. Daar komen veel mensen op af en dan is het geweldig om te vertellen over vogels kijken, tips te geven hoe te beginnen als vogelaar; want sommige liefhebbers hebben net dat ene zetje nodig. Er zijn zoveel boeiende onderwerpen dat het moeilijk kiezen is.”

Uit wat voor nest kom je zelf?

“Een heel liefdevol nest. Mijn vader had veel interesse in de aardwetenschappen. Hij was bezig met fossielen zoeken en samen liepen we mineralenbeurzen af. Vakanties brachten we vaak buiten door, dus hij heeft er wel voor gezorgd dat ik oog kreeg voor de natuur. Maar het zat er gewoon in bij mij, hoor. Al mijn werkstukken gingen over vogels of natuurgebieden, en dat hebben mijn ouders echt niet aangedragen. Na de middelbare school deed ik auditie bij de Theaterschool voor productie van podiumkunsten, want op school werkte ik aan alles mee. En muziek heeft mijn hart: ik heb heel lang saxofoon gespeeld in een professionele partyband. Al voordat ik wist of ik was toegelaten, besloot ik een andere kant op te gaan: ik ging bèta-gamma studeren. Vanaf het tweede jaar begon ik me te verdiepen in biologie. Aan het eind van die studie kwamen de vogels terug. Zij zijn het meest zichtbare stukje natuur dat beweegt. En ze zijn prachtig! Ik houd van de zoektocht. Soms zie je net een kruintje, of een stukje van een vleugel. Een uitdaging. Ze weten je altijd te verrassen en ze leren me geduldig te zijn.”

Viegen staat voor veel – zoals vrijheid, een zekere spiritualiteit. Herken je dat?

“Ik zou een poëtisch antwoord kunnen geven in de sfeer van ‘ik heb zelf ook altijd willen vliegen’, maar dat is niet waar. Natuurlijk vind ik zo’n zwerm spreeuwen waanzinnig mooi, maar toch bekijk ik vogels meer als ecoloog. Het fascineert me bijvoorbeeld hoe de kleine bonte vliegenvanger het redt tijdens zijn lange reis over de Sahara. Dat is echt een uitputtingsslag. Ik zou willen weten hoe dat voor hen is, hoe ze het ervaren om niet te slapen, maar door te vliegen. En dan komen ze aan in het gebied waar ze altijd insecten vinden en ontdekken ze dat de bomen daar gekapt zijn. Wat dan? Ze mogen dan vrij zijn, maar ze zijn ook begrensd door wat de omgeving biedt.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 36. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Maria Aarts