Amber Brantsen: ‘Ik ben nog zoekende’

Na een bewogen periode, waarin ze een boek publiceerde over haar vroegere eetstoornis en moeder werd, keerde Amber Brantsen dit jaar weer terug bij het Journaal.

In tegenstelling tot veel Journaal-collega’s ben je erg openhartig. Waarom kies je daarvoor?

“Uiteraard deel ik niet alles, maar ik wil eerlijk zijn, en dit voelde goed. Ik merk dat mensen mijn werk heel spannend vinden. Ik heb inderdaad de leukste baan ter wereld, maar het is maar een baan. Ik ben ook Amber en nog veel meer. Met mijn openheid heb ik, zoals ik hoopte, veel mensen kunnen helpen. Ik kreeg honderden mailtjes van ouders die me dankbaar waren omdat ze nu pas beseften waar hun kind aan leed, en ook collega’s kwamen met vragen omdat ze het uit hun omgeving herkenden. Dat maakt het voor mij waardevol.”

Je hebt vaker aangegeven dat je je werk fantastisch vindt. Kon je tijdens je ouderschapsverlof wel afstand nemen?

“Helaas. Ik ben een ontzettende nieuwsjunk, ik neem nooit afstand. Ik vond het heel jammer dat ik de Tweede Kamerverkiezingen miste en volgde alles. Mijn werk is zo in mijn leven geïntegreerd, ik was dolblij dat ik weer kon beginnen. Wat niet wil zeggen dat ik het niet heerlijk vond om daarna weer bij mijn meisje te zijn.”

Hoe heeft je dochter je leven veranderd?

“Ze is nog zo puur, ze heeft nog geen idee van de boze buitenwereld. Elke nacht moet ik er wel een paar keer uit voor voeding of troost, maar als ik die grote glimlach op haar gezicht zie, is alles weer goed. Ze houdt me een goede spiegel voor. Ik ben soms uren bezig om haar in slaap te krijgen en word dan ongeduldig. Dan denk ik: Amber, rustig, waar moet je heen?”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 42. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bram de Graaf