Rivkah op het Veld: ‘Ik heb al vijf jaar m’n droombaan’

Studio sport-presentatrice Rivkah op het Veld (28) viert dit jaar een jubileum. Tien jaar geleden begon ze bij de NOS met een bijbaantje achter de schermen. Inmiddels is ze vijf jaar presentator van Studio sport.

Wat is hét hoogtepunt uit jouw eerste vijf jaar als presentator van ‘Studio sport’?

“Het EK voetbal vorig jaar. Alles kwam daar voor mij samen. Ik volgde het vrouwenvoetbal al een tijd en het voelde echt als mijn sport. Nu mocht ik mij er voor Studio sport helemaal op storten. Ik had weleens een wedstrijdverslag gedaan, maar nu stond ik de hele maand in het stadion. Het was mijn eerste grote toernooi op locatie. Dat het sportief ook nog eens zo goed ging, Nederland Europees kampioen werd én het maatschappelijk een impact had, zorgde ervoor dat ik die hele zomer een beetje op een roze wolk zat. Volgende week kunnen de Oranjeleeuwinnen zich tijdens de play-off wedstrijden definitief plaatsen voor het WK voetbal van komende zomer in Frankrijk. Sportief gezien hoop ik dat ze het redden. Persoonlijk natuurlijk ook, want ik zou graag weer voor Studio sport op pad willen voor dat toernooi.”

Welke sport beoefen je zelf?

“Ik heb mijn leven lang gebasketbald. Maar dat kon ik niet meer combineren met mijn werk als sportjournalist. Daarna heb ik een tijd gevoetbald in een vriendenteam, totdat ik daarbij vorig jaar een kruisband scheurde. Ik moet nu revalideren en zit daarom veel in de sportschool en bij de fysio. Zodra dat klaar is, ga ik graag weer voetballen.”

Wat doe je over vijf jaar?

“Waarschijnlijk werk ik dan nog steeds hier. Het grappige is dat ik bij Studio sport mijn droombaan kreeg toen ik ontzettend jong was. Ik was pas 22 toen ik solliciteerde en een screentest mocht doen. En het is hier nog steeds hartstikke leuk, ik heb geen enkele reden om weg te willen. Ik ben nog steeds heel ambitieus en ben nog lang niet uitgeleerd. De eerste paar jaar focuste ik me vooral op beter worden in presenteren. Nu ik dat een beetje onder de knie heb, doe ik er wat meer projecten naast. Ik denk dat ik die extra prikkels ook nodig heb. Anders zou ik misschien verveeld raken.”

Tekst: Ernest Marx