Maestro-jurylid Isabelle van Keulen: “Dirigeren is niets voor mij, ik wil zelf klanken maken”

Als jurylid in Maestro spatten bij Isabelle van Keulen het plezier en de energie van het scherm af. In dit interview was dat niet anders, ondanks de jetlag. De afgelopen vier weken speelde ze in Duitsland, ­Denemarken en Finland en toerde ze door Nieuw-Zeeland. Als gelauwerd topvioliste heeft ze de aanbiedingen al vanaf haar zeventiende voor het uitkiezen. “Ik doe waar ik goed in ben; dat is een zegen.”

Gezien de carrière van Isabelle van Keulen is het best opmerkelijk dat ze elk jaar tijd vrijmaakt voor Maestro. Aan de andere kant ook weer helemaal niet. Wie naar Van Keulens lange carrière kijkt komt wel meer niet-alledaagse keuzes tegen.

Waarom heb je ooit ja gezegd tegen Maestro?

“Otto Tausk, die de eerste twee seizoenen juryvoorzitter was, polste mij als eerste. Ik ken Otto goed en waardeer hem heel erg en dacht: als hij het doet dan wil ik het ook wel doen. Bovendien kan Maestro voor veel mensen de deur naar klassieke muziek openzetten en dat vind ik belangrijk. Vanaf het begin heb ik zo veel plezier gehad bij Maestro en ik moet zeggen dat ik dit vierde seizoen zelfs het allerleukste vind. We zijn heel erg op elkaar ingespeeld als jury, maar ook met het hele team eromheen. Het is bijna een soort familiegevoel en voor mij is het een heel leuk tegenwicht voor al die serieuze concerten die ik geef.”

Al in aflevering 3 kreeg Maartje van de Wetering drie keer een 10 van de jury. Dan zou je kunnen denken dat dirigeren toch niet zo heel moeilijk is.

“Als je binnenkomt met een hele hoop talent en gevoel voor dirigeren, dan moet dat gehonoreerd worden. Het is natuurlijk niet zo dat Maartje het Concertgebouw­orkest kan dirigeren, maar dat is ook niet het doel van het programma. Het gaat erom dat je aan een groep mensen kunt overbrengen wat je wilt met dat stukje muziek. Dat kan soms knap lastig zijn, zoals in het geval van Patricia Paay en Janny van der Heijden. Maar het kan ook van nature goed gaan. Dan hebben we het natuurlijk niet over het niveau van een professionele dirigent. En het kan ook zomaar misgaan. Dat zag je bij Maartje in aflevering 2. Dat is ook het leuke eraan.”

Wat bedoelen jullie als jury nu precies met de opmerking: ik geloof je niet?

“Je hebt professionele dirigenten die heel mooi staan te dirigeren voor de zaal. Zo van: kijk eens hoe goed ik het doe en hoe mooi ik eruitzie. In plaats van dat ze er helemaal ingaan en het ze geen barst kan schelen hoe ze eruitzien. Er is een mooie anekdote over een dirigent die heel vroeger het Concertgebouworkest dirigeerde. Iemand in het orkest wees hem erop dat zijn gulp open stond. Die dirigent zei: ‘Wat maakt dát nou uit! Dat heeft toch niks met muzíek te maken!’ Dat bedoel ik. Dát is serieus muziek maken. Dus zodra iemand heel mooi of erg op effect gaat dirigeren, hebben we iets van, hm… Ik geloof het niet zo.”

Veel violisten werden dirigent. Niets voor jou?

“Ik zou het kunnen, maar ik heb er geen behoefte aan want ik zou het heel erg vinden om zelf geen geluid te maken. Ik vind het heerlijk om viool en altviool te spelen. Om die klanken te maken. Ik vind zelf dirigeren gewoon niet leuk.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 48. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Maestro is elke zondag om 20.20 uur te zien op NPO 1.

Tekst: Bea Kastrop