Chantal Janzen: ‘Er valt elk jaar een stukje onzekerheid weg’

Chantal Janzen is een van de hardst werkende vrouwen in de televisiewereld; ze is presentatrice, heeft een eigen magazine en platforn &C en werd vorig jaar voor de tweede keer moeder. Maar er kan nog meer werk bij, zo blijkt in Chantal komt werken, haar eerste zelf geprodu­ceerde programma

Je begaf je de laatste tijd in veel verschillende werelden. Welk beroep maakte de meeste indruk op je?

“Ik heb een dag met een verpleegkundige meegelopen in het Máxima Medisch Centrum voor kinderoncologie. Dat kwam binnen, die zieke kinderen. Ik heb er nog twee dagen een dikke keel van gehad. Wat ik daar zag… Ook de 24-uursdienst bij de brandweer vergeet ik niet snel. Die adrenaline als het alarm afgaat en de lichten aan springen, terwijl ik net lag te slapen. Je wilt niet weten wat dat met je hartslag doet.”

Waarom wilde je dit programma maken?

“Ik heb nog nooit iets anders gedaan dan wat ik nu doe: dansen, zingen en presenteren. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar wat andere mensen bezig- houdt. Als kind al vroeg ik in de trein of bus aan medepassagiers: ‘Waar ga je naar toe? Wat doe je dan de hele dag?’ Uit die interesse is dit programma ontstaan. Mijn vader heeft het ook: als hij iemand de weg vraagt, komt ie een halfuur later terug. Hij weet dan nog steeds niet hoe hij moet rijden, maar kent wel het levensverhaal van de persoon die hij sprak.”

Je werkt loeihard naast je gezinsleven met kleine kinderen. Waar komt die drive vandaan?

“Natuurlijk werk ik hard, we hebben soms draaidagen van 13 à 14 uur. Maar sinds Bobby er is, kan ik beter nee zeggen. Ik kan mijn werk zo indelen dat ik veel thuis kan zijn. Ik ben elk weekend thuis, behalve als ik een liveshow heb. En ik breng elke avond mijn kinderen naar bed. Het is wel druk, maar ik kan het goed afbakenen. Een baby is een ontzettend goede stop op alles.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 12. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Lieneke van der Fluit