Anniko van Santen: ‘Mijn werk draait om mededogen’

Anniko van Santen presenteert het instituut Opsporing verzocht inmiddels al veertien jaar. Altijd dienstbaar aan het programma dat een breekijzertje probeert te zijn om een zaak open te wrikken. ‘Het zijn vaak details waardoor je hart breekt.’

Je presenteert ‘Opsporing verzocht’ nu veertien jaar en wordt gezien als kundig en dienstbaar. Hoe ervaar je dat?

“Het is een rol waarin ik me lekker voel. Het gaat mij nooit om de bekendheid. Vorig jaar overleed mijn vader en in zijn spullen vond ik een map met oude interviews. Twintig jaar geleden zei ik al dat ik bij voor- keur in de luwte vertoefde en dat is nog steeds zo. De rust en betrouwbaarheid van het programma stralen op mij af. Dat is niet mijn verdienste.”

Heb je in die jaren de criminaliteit zien veranderen?

“We zien meer overvallen op mensen thuis. Het grote geld is moeilijker te pakken te krijgen. In winkels ligt minder cash. De grote criminelen zitten vooral in de cybercrime en cocaïne. Dus de kleine jongens, die vroeger bij tankstations rondhingen, kijken nu naar mensen die vaak alleen zijn. De politie vindt juist die zaken voor ons programma erg belangrijk, want ze zijn ingrijpend en je moet het echt hebben van getuigen. Ook de toename van bewakingsbeelden heeft ons werk veranderd. Bovendien confronteren de sociale media ons allemaal vaker met criminaliteit. Het is moeilijker weg te stoppen.”

Intussen hebben we akelige woorden ontworpen als ‘vergismoord’.

“Krantentaal: de wereld van­ gen in versimpelde termen. Zoals ‘familiedrama’, ‘contai­nerbaby’. Er schuilt zoveel verdriet achter. Ik herinner me de stagiair Mohammed Bouchikhi, die vorig jaar in een wijkcentrum werd dood­ geschoten omdat zijn postuur op dat van een ander leek. Het grijpt me nog steeds aan. Zijn vader vertelde zo mooi over zijn zoon. Zo’n liefde her­ ken je als moeder meteen. Dat hele gezin worstelde ermee. Het was zo’n zinloze dood. Maar het goede is dat wij als team er misschien iets aan kunnen doen. Het is raar werk: wij haken aan bij een crisis en heel zware emoties, en na een tijdje koppelen we weer af omdat ons aandeel erop zit. Als er een belang­ rijke tip komt, zijn wij hopelijk net dat breekijzertje geweest dat de zaak openwrikt. Hoe concreet wil je het hebben? Als je over zinvol werk spreekt, dan is dit het. Naast mijn kinderen, is het de zin van mijn leven geworden.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 14. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ella Weisbrod