Anniko van Santen: “In Opsporing Verzocht laat ik verdriet niet merken”

Zo aan het einde van het heftige seizoen van Opsporing verzocht komen de zaken nog harder binnen bij Anniko van Santen. “Ik ben moe, vandaar.” Maar ook na elf jaar blijft ze het programma trouw. “Het is een belangrijk en nuttig programma. En daar houd ik van.”

Het is een prachtige zonnige dag en in Pinetum Blijdenstein in Hilversum laten de late rododendrons hun laatste bloemen zien. Het is een uitgelezen plek om Anniko van Santen te interviewen, tussen de bijzondere pijnbomen en omringd door vogelgekwetter. Het verwijst een beetje naar haar vorige televisieleven, toen ze in onder andere Anniko’s wilde wereldreizen de wereld rondreisde om het belang van natuurgebieden te laten zien.

Inmiddels houdt Anniko zich als eindredacteur en presentatrice van Opsporing verzocht al elf jaar bezig met de donkere kant van de samenleving. Om in stijl te blijven hadden we dit interview dus ook in een heel foute buurt kunnen doen… Om maar even aan te geven dat het uitersten zijn die de carrière van Anniko bepalen. Of misschien ook wel niet.

Weet je nog waarom je indertijd voor Opsporing verzocht wilde werken?

“Het grappige is dat het niet eens bij mij opkwam. In 2001 ging ik bij de Avro werken om dierenprogramma’s te doen. Daar voelde ik me lekker bij en dat vond ik leuk. En het gekke is dat mijn man, toen nog mijn vriend, tegen me zei: als er ooit een gaatje valt bij ­Opsporing verzocht dan moet je wel even goed nadenken of dat niet iets voor jou is. Opsporing verzocht? Daar was ik zelf echt nooit opgekomen. Maar toen ik erover ging nadenken dacht ik: het is wel een instituut. Een belangrijk en nuttig programma. En daar hou ik van. Op een gegeven moment heb ik gezegd: als er iemand bij Opsporing verzocht ziek wordt of een been breekt, denk dan eens aan mij. En een paar maanden later wilden ze dubbelpresentatie invoeren. Soms staan de sterren goed en vallen de dingen op hun plaats.”

Waarom past dat programma zo goed bij jou?

“Thuis ben ik een enorme sloddervos en heel chaotisch. Maar in mijn werk kan ik enorm mierenneuken. Dat is bij dit programma heel handig. En wat ik vooral erg leuk vind is het vertalen van andermans boodschap: hoe vertel ik het op een manier dat de essentie bij iemand anders blijft plakken. Dat past heel goed bij mijn persoonlijkheid als programmamaker. Bij Opsporing verzocht is dat heel belangrijk, maar die boodschap speelde ook een rol in de jaren dat ik kinderprogramma’s maakte en de wereld over trok, in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds.”

Reizen voor je werk zou weer makkelijker gaan nu je kinderen groter zijn…

“Het was een fantastische tijd en je moet oppassen dat je niet terug wil naar iets wat toen perfect was. Maar toen ik Art (Rooijakkers, red.) Helden van de wildernis zag presenteren, dacht ik wel: oh, daar had ik ook willen zijn! Ik weet hoe leuk het is en hoe je in de natuur steeds voor verrassingen komt te staan.”

Bij Opsporing verzocht wordt alles terdege voorbereid. Juist geen verrassingen. Waar zit na elf jaar nog de uitdaging?

“Voorop staat dat ik nog steeds heel veel plezier beleef aan allerlei dingen. Ik blijf het bijvoorbeeld fascinerend vinden om bewakingsbeelden te bekijken: wat doet-ie nóu!? Wat ráár… Heeft ie dát nou in zijn hand? Er is niks leuker dan met een soort loep naar menselijk gedrag kijken. En de grote uitdaging van Opsporing verzocht is nog steeds dat er iets bereikt moet worden. De politie lost gemiddeld 25 procent van de misdrijven in Nederland op. Van de zaken die wij laten zien wordt 40 procent opgelost dankzij tips van kijkers. Gemiddeld kijken iedere dinsdag 1,2 miljoen mensen. Het is een ongelofelijk nuttig programma. Ik weet niet of ik uit een ander programma zo veel voldoening zou kunnen halen. Het is een erebaan en die doe je niet zomaar weg.”

Het hele interview leest u in de Avrobode van week 24. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bea Kastrop

Opsporing verzocht is dinsdag om 20.30 uur te zien op NPO 1.